Het kabinet heeft samen met sociale partners het pensioenakkoord afgerond.
Hoofdlijnennotitie
De hoofdlijnennotitie is de technische uitwerking van het pensioenakkoord. Het fiscale kader moet ingaan op 1 januari 2022. Vanaf deze datum geldt een overgangsregeling tot 1 januari 2026. Vanaf 1 januari 2026 geldt het nieuwe pensioenstelsel voor alle pensioenregelingen en voor alle pensioenuitvoerders.
Problemen huidige pensioenstelsel:
Mensen worden ouder dan verwacht;
De groep pensioengerechtigden is groter dan de groep werkenden;
Mensen veranderen vaker van werkgever;
Pensioenen zijn gevoelig voor renteontwikkeling; en
Pensioenen zijn de afgelopen jaren gekort of niet geïndexeerd. Terwijl het pensioenvermogen is gestegen en de economie is gegroeid na 2008.
Doelen nieuwe pensioenstelsel:
De volgende doelen zijn afgesproken voor het nieuwe pensioenstelsel:
Gaat het goed met de economie? Dan gaan de pensioenen eerder omhoog. Gaat het slecht met de economie? Gaan de pensioenen eerder omlaag.
Het pensioenstelsel moet transparanter en persoonlijker zijn; en
Het pensioenstelsel moet beter aansluiten op de arbeidsmarkt en op de ontwikkelingen in de maatschappij.
Hierbij gelden de volgende basisvoorwaarden:
De uitkeringsduur van een ouderdomspensioen blijft levenslang;
Het nieuwe stelsel is niet bedoeld als versobering;
De premies moeten zo stabiel als mogelijk zijn;
Bestaande pensioenaanspraken en -uitkeringen gaan zoveel mogelijk over naar het nieuwe pensioenstelsel in een nieuw pensioencontract;
Het nieuwe pensioenstelsel moet ruimte geven om de doelstellingen uit de huidige pensioenregelingen te halen; en
Nadelen van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel worden gecompenseerd.
Hoe ziet het nieuwe pensioenstelsel eruit?
Het nieuwe pensioenstelsel bestaat uit de volgende onderdelen:
- Iedere pensioenregeling wordt een premieregeling;
- De doorsneepremie wordt afgeschaft: en
- De pensioenpremie wordt leeftijdsonafhankelijk.
Weetje
Heeft een pensioenfonds een beleidsdekkingsgraad van 90% of hoger op 31 december 2020? Dan hoeft het pensioenfonds de pensioenuitkeringen niet te verlagen. Op deze manier worden de gevolgen van de coronacrisis beperkt.
UITBREIDING WET WAARDEOVERDRACHT KLEIN PENSIOEN
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een brief gestuurd naar de Tweede Kamer over twee praktijkproblemen door de Wet Waardeoverdracht klein pensioen. De minister wil graag automatische waardeoverdracht van alle bestaande en nieuwe kleine pensioenen.
Collectieve beëindiging
Het recht op waardeoverdracht moet ook gaan gelden bij collectieve beëindiging. Dit is wettelijk nog niet mogelijk. Pensioenuitvoerders kunnen in de praktijk niet zien hoe een klein pensioen is ontstaan. Een klein pensioen kan ontstaan doordat de werknemer wisselt van werkgever. Ook kan het ontstaan als de werkgever wisselt van pensioenregeling, waarbij de huidige regeling collectief wordt. beëindigd. De minister wil het ruimere recht op waardeoverdracht in laten gaan op 1 januari 2022.
Kleine nettopensioenregeling
In de praktijk blijkt dat kleine nettopensioenen in waarde dalen door de uitvoeringskosten. Het ministerie van Financiën evalueert momenteel de nettopensioenregeling. De minister wil eerst de uitkomst van deze evaluatie afwachten voordat de regels voor kleine nettopensioenen worden gewijzigd.
Bron: Kamerbrief knelpunten kleine pensioenen.
Weetje
Een overgangsregeling geldt voor kleine pensioenen die zijn ontstaan voor 1 januari 2018. Deze pensioenen mogen binnen 6 maanden na 2 jaar na het einde van de deelneming wel eenzijdig door de pensioenuitvoerder worden afgekocht.
VERDELING PENSIOEN IN EIGEN BEHEER BIJ ECHTSCHEIDING
De Hoge Raad heeft bepaald dat de commerciële waarde van de pensioenaanspraak waar een ex-partner recht op heeft, berekend moet worden op het moment van afstorten bij een pensioenverzekeraar.
Casus
Een DGA heeft een pensioen in eigen beheer (PEB) opgebouwd tijdens het huwelijk. Op het moment van de echtscheiding heeft een deskundige de commerciële waarde van de pensioenaanspraak vastgesteld op 302.372 euro. De afstorting bij de pensioenverzekeraar gebeurt op een later moment. De ex-partner vindt dat de commerciële waarde opnieuw moet worden berekend.
Hoge Raad
De Hoge Raad geeft de ex-partner gelijk. De hoogte van de pensioenaanspraak waar de ex-partner recht op heeft, moet worden bepaald op het moment van inschrijving van de echtscheiding in de burgerlijke stand. De commerciële waarde van deze pensioenaanspraak moet vervolgens worden berekend op het moment dat de pensioenaanspraak wordt afgestort bij een verzekeraar. Van de DGA wordt namelijk verwacht dat voldoende geld aanwezig is om de pensioenaanspraak op het moment van echtscheiding af te storten. Als de afstorting op een later moment gebeurt, dan moet de commerciële waarde opnieuw berekend worden.
Bron: Uitspraak Hoge Raad: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2020:276
Weetjes
Het kan gebeuren dat de DGA onvoldoende vermogen heeft op het moment van afstorten om en de commerciële waarde van de ex-partner te voldoen en om voldoende vermogen over te houden voor de commerciële waarde van de eigen pensioenaanspraak. In dit geval wordt het tekort verdeeld naar verhouding van de verevening, behalve als een rechter anders besluit.
De commerciële waarde op het moment van inschrijving van de echtscheiding kan verschillen van de commerciële waarde bij het afstorten bij een verzekeraar. Afhankelijk van de marktrente en de voorwaarden van de pensioenverzekeraar moet de DGA meer of minder afstorten.
UITSTEL AUTOMATISCHE CONVERSIE VAN PENSIOEN BIJ ECHTSCHEIDING
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat het wetsvoorstel Wet Pensioenverdeling bij scheiding 2021 ingaat vanaf 1 januari 2022. Door de coronacrisis is het niet haalbaar om het wetsvoorstel in te laten gaan vanaf 1 januari 2021.
Vanaf 1 januari 2022 krijgen ex-partners standaard te maken met conversie bij de verdeling van het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Daarnaast wordt voor het bijzonder nabestaandenpensioen alleen gekeken naar de periode tijdens het huwelijk.
Bron: Rijksoverheid: Uitstel beoogde inwerkingtreding Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021.
Weetje
Een scheiding heeft geen gevolgen voor het wezenpensioen.
KOSTEN LIJFRENTEBELEGGINGSREKENING
Een kennisgroep van de Belastingdienst heeft duidelijk gemaakt welke kosten van beleggingsdiensten een beleggingsfonds in mindering mag brengen op het saldo van een geblokkeerde lijfrentebeleggingsrekening.
De volgende kosten vallen hieronder:
- all-in tarief;
- beheervergoeding;
- adviesvergoeding;
- abonnementskosten;
- inlegkosten;
- performance fee;
- transactiekosten;
- bewaarloon;
- kosten van beheershandelingen;
- fondskosten door 'lopende kosten';
- fondskosten voor transactiekosten in het fonds; en
- op- en afslagen beleggingsfondsen.
De volgende kosten vallen hier wel onder:
- financieel advies; en
- nazorg- of serviceabonnementen.
Heeft een beleggingsfonds deze kosten wel verwerkt in bijvoorbeeld de abonnementskosten? Dan moet het beleggingsfonds deze er uit halen.
Bron: Belastingdienst: Kosten van beleggingsdiensten ten laste van een lijfrentebeleggingsrekening.Weetje
Brengt een beleggingsfonds ieder jaar een vast of variabel bedrag in rekening voor de dienstverlening? Dan zijn dit abonnementskosten. Denk hierbij aan de kosten voor het hebben van een geblokkeerde lijfrentebeleggingsrekening. Brengt het beleggingsfonds ieder jaar een vast of variabel bedrag in rekening voor advies? Dan is dit een adviesvergoeding.